PRIKKELVERWERKING EN PRIMITIEVE REFLEXEN 

Iedere gezonde, pasgeboren baby beschikt over vele reflexen. Dit zijn aangeboren bewegingen die je niet met ‘de wil’ kunt aansturen. Deze bewegingen ontstaan al in de baarmoeder. Ze vormen de basis voor de ontwikkeling van het centrale zenuwstelsel en de hersenen en helpen de baby om tijdens de uitdrijving het geboortekanaal te verlaten. Na de geboorte zorgen ze ervoor dat de baby de eerste maanden kan overleven en dragen ze bij aan de ontwikkeling.

Primitieve reflexen verdwijnen gedurende het eerste levensjaar. Door moeilijkheden tijdens de zwangerschap, geboorte en de eerste levensmaanden zou het kunnen dat de primitieve reflexen niet ten volle worden doorleefd en actief blijven. Als deze primitieve reflexen (gedeeltelijk) actief blijven, is dit van invloed op de samenwerking van de hersenhelften, motorische vaardigheden en de prikkelverwerking. Hoe vloeiender de verbindingen en samenwerking tussen beide hersenhelften is, hoe sneller zintuiglijke informatie door het brein verwerkt wordt.

Moro-reflex

In mijn praktijk zie ik veel hoogsensitieve kinderen waarbij de moro-reflex nog niet goed geïntegreerd is. De moro-reflex is de schrikreflex. Deze reflex is vaak nog actief bij hoogsensitieve kinderen en volwassenen, omdat zij vanaf de geboorte (of zelfs al in de baarmoeder) onverwerkte emoties vanuit de omgeving (moeder, vader, familie) oppikken. Je zou kunnen zeggen dat er te veel te voelen is waardoor het lichaam deze reflex niet onder controle krijgt en actief blijft. De moro-reflex zet het vecht/ vlucht mechanisme in werking. Stress-stoffen zoals adrenaline en cortisol worden aangemaakt met als doel de alertheid te verhogen om te kunnen overleven. Als de moro-reflex goed is geïntegreerd kun je adequaat reageren opdat wat er gebeurt en ben je in staat om de balans tussen rust en actie te bewaken en bewaren. Een kind met een nog aanwezige moro-reflex is onzeker omdat het de controle kwijt is. Elke onverwachte prikkel (fysiek of emotioneel) zet hem op scherp. Het kind kan gaan huilen, gillen, agressief worden, angstig of onzeker gedrag laten zien, klagen over hoofdpijn of buikpijn of compleet dichtklappen, waardoor je aan de buitenkant niets ziet.

 

De rookmelder metafoor

Bij een niet goed geïntegreerde moro-reflex blijft het zenuwstelsel erg alert. Een alert zenuwstelsel kun je vergelijken met een te scherp afgestelde rookmelder. Een rookmelder gaat af en waarschuwt bij brand. Een te scherp afgestelde rookmelder gaat al af als je een kaarsje uitblaast. Een alert zenuwstelsel staat altijd 'aan' en registreert elke prikkel, waardoor de spreekwoordelijke emmer sneller overloopt.